“DE BONGERD” 1969-2009
Wat hebben wij nog een jonge vereniging: 40 jaar bestaansrecht! Om deze feestelijke reden kreeg ik van onze secretaresse Lian Bruynzeel het verzoek om ’n stukje historie te schrijven. Jammer genoeg beschik ik niet meer over archief-stukken van de vereniging. Als ik het van herinneringen moet hebben: die zijn een beetje versleten, net als ik.. Nou ja, niet helemaal…
Maar mijn instelling was en is dat toekomst mij meer aanspreekt dan geschiedenis. Terzake: in deze nog vrij korte periode van 40 jaar is er, dankzij enthousiaste bestuurs-, commissie- en andere leden, veel gedaan om van “de Bongerd” een bloeiende (boomgaard) vereniging te maken. Via overlevering heb ik vernomen dat op initiatief van o.a. de heren J. Goedee en T. van Weele de vereniging is opgericht nog voordat Kloetinge in 1970 door de gemeente Goes werd “ingepalmd”. Een uitstekend initiatief, daar de gemeente Kloetinge bekend stond als één van de rijkste gemeenten van de Bevelanden! Voor de gemeente geen probleem om de 2 gravelbanen nog in 1969 te financieren! O.l.v. de heer Goedee, als voorzitter, startte de vereniging met 120 leden. Het maximum aantal leden per baan was vastgesteld op 60. De tennissport was in die tijd “in” en ook landelijk gezien was het één van de meest groeiende sporten. Daar in de naaste omgeving enkel het “Halve Maantje” te Goes over tennisbanen beschikte, was er al snel een wachtlijst bij onze vereniging. Het was onder voorzitterschap van dhr. F. Edgers (opvolger van dhr. Goedee) dat er –naar ik meen- in 1978/79 uitgebreid werd met 2 mateco-banen. Dit betekende dat er 120 leden van de wachtlijst toegelaten konden worden, w.o. ik. Door de uitbreiding van het aantal leden was het hoog nodig dat er iets aan de kantine (houten gebouwtje) gedaan moest worden. In dat ‘klompehokje’ was het echter altijd hartstikke gezellig met Jan en Mieke achter de bar. We stonden er als haringen in een ton! Het voordeel was dat je zonder manco kon drinken, want omvallen was onmogelijk! Nadat dhr. C. Vis in 1979 de voorzittershamer had overgenomen van dhr. Edgers werd ik in januari 1980 tot voorzitter gekozen in een bestuur mét ervaring en kennis van zaken. In de jaren daarna was er veel werk aan de winkel en een meerjarenplan werd opgemaakt. O.a. privatisering, verlichting en uitbreiding/vernieuwing van de kantine. Uit een spontane groep van vrijwilligers werd een bouwcommissie in het leven geroepen. Voor het nieuwe paviljoen was veel geld nodig. Veel leden hebben geld verstrekt, sommige grote bedragen, waarvoor schuldbekentenissen aan toonder werden uitgegeven. Met veel animo werd aan de bouw meegewerkt. Namen noem ik liever niet, maar niemand zal het mij kwalijk nemen als ik Jaap van Weele noem. Hij heeft een enorme bijdrage aan dit geheel verleend. In september 1982 werd ons paviljoen geopend door dhr. Rooze, wethouder van sportzaken.
De aangebrachte verlichting op de banen gaf ook ‘verlichting’ aan de nog steeds aanwezige wachtlijst. Hierdoor konden er 20 leden per baan bijkomen! Aan het eind van de tachtiger jaren kwamen de zandkunstgrasbanen in het vizier van vele tennisverenigingen. Ook bij onze vereniging. Hoewel de matecobanen bij droog weer prima te bespelen waren bleken ze bij nat/vochtig weer door gladheid te gevaarlijk. Vandaar het besluit: zandkunstgrasbanen! Er was nog weinig materiaal-vergelijking, dus het was ’n gok om er als één van de eersten mee te beginnen. Achteraf bleken ze kwalitatief niet al te best te zijn. Na verloop van een aantal jaren hebben we ze dan ook laten vernieuwen. Overigens, met ruim 450 leden, hebben we ’n prachtig park met 2 gravel-, en 2 smashcourtbanen (van uitstekende kwaliteit!) en 1 kunst-grasbaan!
Ik vind het moeilijk om bepaalde zaken uit het verleden op papier te zetten. Het is zoveel moois geweest! Maar de kern waar het om gaat is duidelijk: “de Bongerd” was en is nog steeds een heel gezellige (familie)vereniging. Misschien niet zozeer prestatief, maar een vereniging waar vriendschap, saamhorigheid en vrolijkheid de boventoon voert. Ik ben blij dat ik nog steeds lid ben van zo’n vereniging en dat ik gedurende 16 jaar hieraan een steentje heb mogen bijdragen, dankzij de medebestuurs- en commissieleden en alle vrijwilligers!
Met veel genoegen kijk ik zo af en toe wel eens naar de in de tachtiger-jaren opgenomen videobeelden. “Oergezellige” feesten, meestal opgevoerd en ten tonele gebracht door eigen leden. In het Bongerd-clublied van destijds komt het volgende refrein voor en dat spreekt boekdelen:
In “de Bongerd” zijn geen zorgen,
bij “de Bongerd” moet je zijn,
is het racket opgeborgen,
dan begint daar pas de gein!
Aan de bar blijven ze hangen
om te kletsen hoe ’t moest zijn,
met ’n knipoog vol verlangen,
nippend aan een glaasje wijn!
Ik wens allen die op bestuurlijk en ander niveau bij “onze” vereniging betrokken zijn heel veel succes voor de toekomst en laten wij proberen met zijn allen op te gaan naar het gouden jubileum.
Ik eindig, net als vanouds,
Met vr. sportgroeten, Piet Louwerse, erevoorzitter